De komende jaren zullen in Nederland steeds meer gebouwen en woningen te maken krijgen met funderingsschade. In 2050 betreft dit naar schatting bijna 800.000 gebouwen. Oorzaken zijn veroudering van gebouwen, bodemdaling en klimaatverandering. Ook bij monumenten zal in toenemende mate funderingsherstel noodzakelijk zijn. Dat vraagt een grondige aanpak waarin eigenaren, gemeenten, provincie en Rijk gezamenlijk optrekken.
Paal en staal
In Nederland werd eeuwenlang met zodanig lichte materialen gebouwd dat er niet of nauwelijks hoefde te worden gefundeerd. Toen steen als bouwmateriaal zijn intrede deed, werd fundering noodzakelijker, zeker op zwakke bodems. In ons land zijn grofweg twee soorten funderingen: op palen en op staal. In veengebieden, vooral in het noorden en het westen, zien we veel historische funderingen met houten palen. Op klei en zand, in het midden, oosten en zuiden van het land, zijn oudere gebouwen vaak op staal gebouwd. Het woord staal – afkomstig uit het Germaans – betekent vrij vertaald ‘harde bodem’. De gebouwen staan op een laag zand aan de oppervlakte, van een meter dik. Bij monumenten komen beide funderingen veel voor, ook in combinatie (gemengde funderingen).
De traditionele funderingstechnieken kunnen kwetsbaar worden. Houten funderingspalen zijn bijvoorbeeld gevoelig voor aantasting door schimmel en bacteriën. Ook funderingen op staal blijken schadegevoelig, vooral die op een ondergrond met weinig draagkracht (zoals veen of klei); de stabiliteit ervan is afhankelijk van het grondwaterpeil. Met name veranderingen daarin zijn een belangrijke factor bij bodembewegingen en funderingsproblematiek.
Meerjarenaanpak funderingsproblematiek
Funderingsherstel is in eerste instantie de verantwoordelijkheid van eigenaren. Het Rijk treft maatregelen om hen daarbij te ondersteunen met onderzoek, kennis en advies over funderingsproblematiek, hoe dit aan te pakken is en welke regelingen daarbij financieel kunnen helpen. Deze maatregelen worden toegelicht in de Kabinetsreactie op het advies ‘De Olifant onder de kamer’, die de Ministers van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) en Infrastructuur en Waterstaat (IenW) op 4 juli 2025 naar de Tweede Kamer stuurden.
Zie ook het nieuwsbericht: Kabinet van start met meerjarenaanpak voor funderingsproblematiek.
De rol van de RCE
De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) heeft, samen met het Kenniscentrum Bodem en Funderingen (KBF), het Kennis Centrum Aanpak Funderingsproblematiek (KCAF), provincies en gemeenten de opdracht om eigenaren van monumenten te ondersteunen met informatievoorziening en advisering over specifieke aanpak van funderingsherstel bij historische gebouwen. Voorzien wordt dat funderingsvraagstukken bij historische gebouwen complex zullen zijn, en maatwerk vragen. Er zal ook meer onderzoek nodig zijn. De RCE zal – in samenwerking met diverse partners – kennis samenbrengen en via de website van de RCE toegankelijk maken.
Kennis en informatie
Er wordt gewerkt aan een infrastructuur om zo veel mogelijk kennis en informatie over funderingsproblematiek bijeen te brengen en deze toegankelijk te maken. Naast het KCAF is een landelijk informatiepunt in oprichting.
Dit bericht is overgenomen van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Zie ook : Krimpende klei: funderingen in de problemen