De nieuwe uitvoeringsrichtlijn (URL) ‘Bouwhistorisch onderzoek met waardestelling’ is een teken dat de bouwhistorische sector steeds meer volwassen wordt. Dat stelt Gabri van Tussenbroek, senior bouwhistoricus bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en lid van de begeleidingscommissie die meekeek bij de totstandkoming.
‘Bij een volwassen bouwhistorische sector hoort een eigen richtlijn’
Gabri van Tussenbroek
“Cultuurhistorisch onderzoek is gewoon een van de punten van de taart die transformatie en restauratie heet. Het inhuren van een bouwhistoricus zou net zo normaal moeten zijn als het inhuren van een constructeur. De kennis die je met bouwhistorisch onderzoek opdoet is belangrijk bij het maken van keuzes voor het restaureren. Het op tijd laten onderzoeken en die kennis vervolgens in overleg met ontwerper en opdrachtgever meenemen bij een renovatieplan voorkomt problemen achteraf en draagt bij aan de kwaliteit. Gelukkig ziet de sector dat steeds meer, waardoor er steeds meer bouwhistorisch onderzoek wordt gedaan”, zo vertelt Van Tussenbroek.