Met het wetsvoorstel ‘verbetering vergunningverlening, toezicht en handhaving’ (VTH) krijgen het Rijk en de provincie meer mogelijkheden gemeenten te dwingen deze taken onder te brengen bij een regionale omgevingsdienst. Dit zal ook grote gevolgen hebben voor de uitvoering van de gemeentelijke taken op het gebied van cultuurhistorie, archeologie en monumenten. Gemeenten zullen moeten aantonen dat zij genoeg deskundigheid in huis hebben om deze taken uit te mogen voeren. Nu besteden grote monumentengemeenten gemiddeld 1,2 fte aan de uitvoering van taken op het gebied van cultuurhistorie boven de grond (archeologie niet meegeteld). De kwaliteitseisen die deel uitmaken van het wetsvoorstel VTH eisen dat er voor de uitvoering van deze taken een werkvoorraad van tenminste 2,7 fte moet zijn, en met archeologie erbij tenminste 3,3 fte. Gemeenten waarvan de werkvoorraad niet aan deze omvang kan voldoen of die onvoldoende deskundigheid in huis hebben, moeten samenwerken met andere gemeenten of taken onderbrengen bij een regionale omgevingsdienst. De invoering van de wet VTH is gepland in 2015.
Het is denkbaar dat schaalvergroting en vergaande specialisatie tot een inhoudelijke kwaliteitsverbetering kunnen leiden. Anderzijds heeft de regionalisering ook een keerzijde. Critici stellen dat hierdoor het gemeentebestuur minder invloed gaat krijgen op de inhoudelijke belangenafweging en dat de verkokering van sectorale belangen sterker zal worden. Dit betekent dat de mogelijkheden tot integraal werken en regeldrukvermindering daardoor in de klem kunnen komen.
Voor meer informatie zie: Kennisbank, kennisdossiers, overzicht belangrijkste wetten, de conceptwet Vergunningverlening, toezicht en handhaving