Afgelopen week vond in de Grote Kerk Naarden de slotverklaring Agenda Toekomst Religieus Erfgoed plaats. In de slotverklaring zijn specifieke ervaringen gedeeld en gebundeld.

Een gezamenlijke strategie voor het Nederlands religieus erfgoed
Nederland is ongekend rijk aan religieus erfgoed en bezit een grote variëteit aan gebouwen, van kerkgebouwen en synagogen tot kloosters en abdijen. Bij uitstek dit erfgoed, met vaak waardevolle interieurs, wordt door een breed publiek gewaardeerd vanwege zijn religieuze betekenis, maar ook vanwege zijn culturele en identiteit- en beeldbepalende functie in steden of dorpen.
Het religieus erfgoed staat echter onder zware druk. Ontkerkelijking en stijgende kosten leiden er toe dat de eigenaren grote moeite hebben de kosten die hun historische gebouwen en kunstcollecties met zich meebrengen te dragen. Steeds meer kerken en kloosters sluiten daarom hun deuren. De komende jaren zal van de circa 6000 in religieus gebruik zijnde kerkgebouwen, als meest voorzichtige schatting, minimaal een derde zijn oorspronkelijke functie verliezen. Andere schattingen voorspellen een nog veel groter functieverlies. Om een voorbeeld te geven: In 1975 telde Nederland 1500 kloosters, waarvan er nu nog maar 135 in religieus gebruik zijn en binnen enkele jaren er nog eens 120 hun deuren zullen sluiten.
Eigenaren doen hun best om de gebouwen zo lang mogelijk open te houden, onder meer door te zoeken naar andersoortig gebruik naast het kerkelijke. Waar de exploitatie niet meer lukt, wordt vaak in een moeizaam en langdurig proces een nieuwe bestemming gezocht. Voor een aantal gebouwen dreigt sloop, zeker in stads- en dorpskernen waar de economische druk groot is of juist in gebieden waar krimp plaatsvindt.
De omvang van de opgave, de snelheid van deze transformatie en de schaal waarop dit in het hele land plaats vindt, afgezet tegen de bijzondere betekenis van deze gebouwen met hun waardevolle interieurs en vaak prominente ligging, maken deze opgave tot een maatschappelijk vraagstuk van nationaal belang. De uitwerking hiervan is het meest voelbaar op lokaal niveau.
In het verlengde van de samenwerking van een breed scala aan partijen, waarvoor de basis werd gelegd in het Jaar van het Religieus Erfgoed (2008) en vervolgens is verdiept en verstevigd in de Agenda Toekomst Religieus Erfgoed (2014-2016), onderschrijven onderstaande partijen de gezamenlijke strategie om het Nederlands religieus erfgoed een duurzame toekomst te geven.
De centrale thema’s
Samenwerking tussen de kerkelijke eigenaren, overheden en maatschappelijke organisaties is een voorwaarde om de komende jaren de grote opgave op een effectieve manier tegemoet te treden. De partners in deze samenwerking nemen een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de toekomst van het religieus erfgoed. Daarnaast is het versterken van een breed maatschappelijk draagvlak voor dit erfgoed een centraal aandachtspunt. De inzet en betrokkenheid van actieve burgers is immers onontbeerlijk voor de instandhouding en doorontwikkeling van deze gebouwen, alsmede voor de zorg voor hun interieur.
Gebruik
Bij het vinden van oplossingen en maatregelen voor de toekomst van religieus erfgoed wordt rekening gehouden met het (voortgaande) gebruik van kerkgebouwen en kloosters. Dat geldt zowel voor rijks-, gemeentelijke en provinciale monumenten als gebouwen zonder status. Daarbij wordt successievelijk gestreefd naar:
a. oorspronkelijk of voortgaand gebruik;
b. multifunctioneel gebruik (naast a);
c. herbestemming.
Expertise-ontwikkeling en kennisoverdracht
Het behoud van religieus erfgoed vraagt behalve om behoud en bundeling van kennis ook om innovatie (bijvoorbeeld op het terrein van duurzaamheid en nieuwe exploitatievormen). Daarnaast is nevengebruik en herbestemming vaak dusdanig complex dat hiervoor een nieuw corpus aan kennis en expertise moet worden gebundeld. Het behouden, ontwikkelen, verbinden en ontsluiten van kennis en ervaring op het gebied van zowel gebouwen als interieurs vormt daarom een centrale doelstelling.
Differentiatie van waarde
Overheden zullen in afstemming met de verschillende partners met een nieuwe blik en vanuit een breed belangenkader naar de waardering van gebouwen en hun interieurs kijken. Het belang van behoud en de vraag naar transformatieruimte zullen een nieuwe balans moeten vinden.
Actiepunten
1. Vanaf 2017 zal door de partners in vervolg op de Agenda Toekomst Religieus Erfgoed een voorzetting van hun samenwerking worden georganiseerd;
2. Alle partners zetten zich voluit in om op een actieve manier bij te dragen aan het gebruik, het behoud en de ontwikkeling van het religieus erfgoed alsmede aan de versterking en uitbreiding van het hiervoor benodigde maatschappelijk draagvlak;
3. De rijksoverheid neemt samen met de eigenaren en met Museum Catharijneconvent het voortouw om te komen tot deling, bundeling en fundering van kennis en expertise in een kenniscentrum/expertisenetwerk (on-)roerend religieus erfgoed. Gezamenlijk ontwikkelen partners nieuwe en noodzakelijke kennis voor het behoud van het religieus erfgoed;
4. Eigenaren zetten zich in om vroegtijdig toekomstige ontwikkelingen in beeld te brengen en die inzichten te delen en daartoe in overleg te treden met relevante partners;
5. De rijksoverheid neemt het initiatief tot een waardedifferentiatie religieus erfgoed (onroerend en roerend), waarin een nieuwe balans tussen behoud en ruimte voor transformatie het uitgangspunt vormt. Partners dragen hier vanuit hun eigen verantwoordelijkheid en in onderlinge afstemming aan bij;
6. De rijksoverheid evalueert in het licht van de opgave in 2018 haar financieel monumenteninstrumentarium en beziet of op basis hiervan een herallocatie van middelen noodzakelijk is;
7. Provinciale overheden ondersteunen initiatieven op het gebied van behoud of herbestemming van religieus erfgoed door hun instrumenten voor ruimtelijke ontwikkeling actief in te zetten;
8. Gemeentelijke overheden zetten zich in om lokale scenario’s vroegtijdig in beeld te brengen en ontwikkelen in samenwerking met de lokale partners kennis van en visie op het lokale religieus erfgoed;
9. Daarnaast maken gemeenten hun wet- en regelgeving nog beter toegankelijk en stellen die dienstbaar aan het voortgezet gebruik of de herbestemming van religieus erfgoed;
10. Maatschappelijke organisaties zetten hun kracht waar mogelijk in om een kansrijke toekomst voor religieus erfgoed pro-actief te ondersteunen.