Het uitgangspunt bij deze workshop was dat bezoekers vragen over de do’s and dont’s bij verduurzaming van oude gebouwen konden stellen aan een bouwfysicus. Aan zijn deskundigheid bleek veel behoefte. De twee sessies verliepen geanimeerd en hadden met gemak twee maal zolang kunnen duren. Hieronder volgt een kort overzicht van de vragen en antwoorden.
FGM/ RCE dag 27 september, verslag workshop ‘vraag het de bouwfysicus’
met Arjan Pleysier – bouwfysicus Deerns
Hoe kan ik een begane grondvloer verduurzamen waar een gewelf onder zit? De bovenzijde van de vloer is afgewerkt met plavuizen die monumentale waarden vertegenwoordigen. Heeft het zin om het gewelf aan de onderzijde te isoleren, en waar moet ik dan rekening mee houden?
Antwoord: het energieverlies door een vloer is veel lager dan door de gevels. De grondtemperatuur is jaargemiddeld een graad of 10 en dat is veel hoger dan de buitenluchttemperatuur in de winter. En in de stad is de grondtemperatuur hoger dan op het platteland. Isoleren van een vloer boven de ondergrond of boven een kruipruimte is wel nuttig, maar leidt bij een gelijke verhoging van de warmteweerstand tot een lagere energiebesparing dan bij het isoleren van gevels en daken. Als de kelder geventileerd wordt met buitenlucht is isoleren daarom nuttiger dan als dat niet is het geval is. En isoleren wordt zinvoller naarmate de warmteweerstand van de vloer lager is. Waar moet je opletten? Bouwfysisch zijn er weinig risico’s. Het risico op inwendige condensatie is niet groot. Pur tegen het gewelf spuiten zou bouwfysisch oké zijn, maar vanuit monumentaal oogpunt waarschijnlijk niet. Er kan ook gekozen worden voor isolatieplaten of thermokussens van reflecterende folie.
Er zijn inmiddels ook meerlaags, reflecterende folies die in plaats van dampdicht dampopen zijn. Wat is beter?
Antwoord: deze producten bestaan meestal uit afwisselend dunne isolatielagen en reflecterende folies. Het effect van deze folies is gebaseerd op de reflectie van stralingswarmte. Maar dat werkt alleen als de folielaagjes vrij hangen en niet in contact staan met andere lagen of materialen. Dan (vrijhangend, op afstand) functioneert het concept heel aardig. Is het pakket samengedrukt dan is de isolatie vergelijkbaar met die van een traditioneel isolatiemateriaal met gelijke dikte. Hoe goed de folies in de praktijk presteren is nog onzeker. Door vervuiling neemt de (reflectie)werking wel iets af. Wat beter is, dampdicht of dampopen, hangt af van de situatie. Meestal is dampdicht beter als er niet al een damprem is aangebracht. Dat geldt vooral wanneer bij inwendige condensatie materialen nat worden die niet of minder goed bestand zijn tegen een hoog vochtgehalte, zoals organische materialen (die kunnen rotten) of niet goed vorstbestendig metselwerk. Wat je aan woonvocht door dampdiffusie kwijtraakt, is namelijk veel minder dan door luchttransport en/of ventilatie, dus het effect van een dampopen folie op de vochthuishouding is beperkt. Het toepassen van dampopen isolatie geeft wel een risico op inwendige condensatie. In de praktijk blijkt dat problemen met inwendige condensatie voor ca. de helft door een verkeerd ontwerp van de constructie komen (vaak ontbreken van een dampremmende laag wanneer die wel nodig is), maar voor de andere helft door een verkeerde uitvoering met niet goed afgedichte dampremmen, waardoor luchttransport ontstaat (door luchttransport kan een veel groter vochttransport naar het inwendige van de constructie optreden dan door dampdiffusie ooit mogelijk zou zijn).
Wat is capillair actieve isolatie? En is het altijd beter?
Antwoord: capillair actieve isolatie kan water absorberen in het materiaal, maar zorgt er vooral voor dat vochttransport in vloeibare vorm (capillair vochttransport) mogelijk is. Daardoor zal een geïsoleerde metselwerk gevel in de winterperiode minder vochtig zijn . Er wordt geen damprem geplaatst. Daardoor vergroot het drogingspotentieel, omdat er ook verdamping naar binnen toe mogelijk is. Een buitengevel wordt door isoleren natter. Maar er zijn heel veel situaties waarbij het extra vocht in de buitengevel geen enkel probleem is. Als er echter sprake is van een delicate situatie, bijvoorbeeld bij vochtdoorslag door een gevel met geglazuurde stenen of bij een vorstgevoelige steen dan kan capillaire isolatie een oplossing zijn, mits de isolatie direct (met een lijm die capillair vochttransport mogelijk maakt) tegen de gevel is aangebracht, zonder luchtlaag ertussen. Dit type isolatie presteert qua isolatiewaarde aanzienlijk slechter dan traditionele producten en is dus duurder voor de geleverde prestatie. Daarom is alleen het toepassen van capillaire isolatie alleen in sommige situaties zinvol.
Is dampopen isolatie veiliger dan dampdicht?
Antwoord: dampopen is niet veiliger. Het kan goed gaan, maar er is meer risico op inwendige condensatie. Inwendige condensatie kan een probleem zijn – wanneer constructiematerialen nat worden die niet vochtbestendig zijn. Bij een te hoog vochtgehalte gaan veel organische materialen rotten, en zwellen vlas- en houtvezelplaten bovendien op, vallen ze uit elkaar en gaan schimmelen. Schapenwol, dat ook in dampopen systemen gebruikt wordt, heeft dat laatste probleem niet. [Een van de deelnemers aan de discussie meende echter dat schapenwol één van de meest milieubelastende isolatiematerialen is.]
In de monumentenzorg doet het verhaal de ronde dat er bij dampdichte isolatie een risico bestaat op condensatie in de balkkoppen en dus op houtrot. Bij het isoleren van buitengevels is er inderdaad een risico op rotte balkkoppen doordat het gevelmetselwerk minder opgewarmd en daardoor natter wordt. Meestal door regen, maar in de winter ook door de dampstroom naar buiten toe. Dat is altijd zo bij isoleren; ook bij dampopen isolatie. De vraag is wat zo’n dampopen isolatie oplost. In de winter, als de situatie het meest kritisch is, helpt het dampopen karakter niet, omdat er meer vocht in de isolatie trekt dan hij afgeeft. In de zomer kan een dampopen isolatie inderdaad meer vocht afgeven dan een dampdichte, maar dan is er geen probleem want dan verdwijnt er al voldoende vocht. Dus waarom zou je een dampopen isolatie willen toepassen? Of een zogenaamde dampregulerende (actieve) klimaatfolie? Die folie presteert ook slechter in de winter dan een traditionele damprem. Het beste is het vocht gewoon uit de constructie te houden.
Helpt het tegen houtrot om een ruimte rond de balk vrij te houden van een geïsoleerde voorzetwand tegen de buitengevel?
Antwoord: een balkkop kan gaan rotten wanneer het vochtgehalte van het gevelmetselwerk (te) hoog is. Door isoleren van een metselwerk gevel aan de binnenzijde zal het vochtgehalte van het metselwerk inde winter toenemen. Als je een gedeelte rond de balkkop niet isoleert, dan moet je niet de illusie hebben dat het metselwerk daardoor zo opwarmt dat het eenzelfde temperatuur heeft als daarvoor. Het metselwerk blijft dus natter. Feitelijk is de ongeïsoleerde ruimte rond de balk na het isoleren een koudebrug met kans op condens schimmel. Uit onderzoek van de TU Delft blijkt dat deze oplossing in sommige gevallen wel goede resultaten kan opleveren als er een flinke ruimte rond de balk vrijgehouden wordt, bijv. 30cm.
Kan je een huis uit 1973 nog verder isoleren?
Antwoord: extra isolatie levert veel minder besparing op dan de eerste paar cm. Toevoeging van een zelfde isolatiedikte in een situatie dat een gevel al een zekere warmteweerstand heeft levert dus minder op in vergelijking met een ongeïsoleerde gevel. De verwachte Rc bij een huis uit deze periode zou ca. 2 zijn. Extra isoleren is minder rendabel als je de besparing afzet tegen de kosten. Daaruit is een belangrijke les te trekken: als je een monument nu verduurzaamt, dan doe je dat voor de levensduur van de voorzieningen die je treft. Als je een te laag ambitieniveau kiest, dan is het in de jaren daarna niet meer mogelijk rendabel extra te isoleren.